De generatie babyboomers heeft op een hele andere manier les gekregen dan de generatie millennials. Zo zaten de babyboomers in rijtjes achter elkaar in de klas. Ze moesten naar de leraar luisteren, aantekeningen maken en er mocht alleen gesproken worden wanneer de leraar dit aangaf. Er was geen aandacht voor kinderen met bijvoorbeeld dyslexie of dyscalculie. Zij moesten gewoon meedoen met het tempo van de klas. Konden ze het tempo niet aan? Dan hadden ze gewoonweg pech.
De millennials daarentegen zijn opgegroeid in een hele andere tijd. Het werken in groepjes, overleggen en elkaar helpen is kenmerkend voor hun manier van leren. Ze zijn erg mondig en zijn gewend om zichzelf vaardigheden aan te leren. In de tijd waarin zij zijn opgegroeid, stond persoonlijke ontwikkeling centraal. Had een leerling problemen met rekenen? Dan kreeg hij lesstof aangeboden om zijn rekenvaardigheden te verbeteren. En een leerling die hoogbegaafd is, kreeg extra opdrachten zodat hij uitgedaagd werd. Hij deed zo meer diepere kennis op en verbeterde zijn kennis en vaardigheden. Bij deze generatie stond dus de ontwikkeling van het individu centraal.